Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Uw [32]weg was in de zee, en Uw pad in grote wateren, en Uw [33]voetstappen werden niet bekend. 32. Toen Gij gingt om uw volk te voeren door de Rode zee en de vijanden daarin te storten; zie Ex.14:19,20,22; Neh.9:11. Verg. Neh.1:3. 33. Dat is, daar was geen teken van zulk een doortocht, want de wateren keerden weder en waren als tevoren; Ex.14:26,28.